New Zealand
26 februari, Christchurch Airport, New-Zealand
Long before the Lord of the Rings movie trilogy redefined New Zealand's scenic wonders, a 1936 National Geographic article exclaimed: 'Here in an area approximately the size of Colorado are grouped the snow-mantled peaks of a Switzerland, geysers of a Yellowstone, volcanic cones of Java and Japan, the lakes of Italy, the mineral springs of Czechoslovakia, the fjords of Norway, sea coasts of Maine and California and waterfalls higher than Yosemite.'
Peter Mitchell, reisreporter (en Noord-kiwi)
We zijn weer tante en oom geworden! Mirte heet ons nieuwe nichtje, kindje van Hans (mijn broer) en Iesel. En als we dan toch bezig zijn, laatst belde mijn jongste broer vrolijk op om te vertellen dat zij ook weer een dreumes verwachten! Dat wordt uk nummer 14 aan de kersttafel. Ik wil nog laaang niet naar huis maar kan stiekem wel alweer uitzien naar de logeerpartijtjes... Heerlijk, al die nichtjes en neefjes om lekker mee te stoeien!
Australië achterlaten deed best een beetje pijn. Zoveel gave ontmoetingen en zoveel bijzondere plekjes waar we in gedachten onze sporen nagelaten hebben. Aan de rand van een overhellende klif, de wereld ver achter ons, in de golven van ons eigen stukje strand, in de pub waar we met nieuwe vrienden drinken tot de zon opkomt, aan de oever van een bergmeer waar de zon weer in verdwijnt...
Maar wat iedereen zegt is waar: van New-Zealand komt geen spijt.
Christchurch
Als we midden in de nacht aankomen in Christchurch staat een shuttlebusje ons op te wachten. De vrolijke Maori vrouw, die doet alsof het midden op de dag is, moest even op ons wachten. We moesten 2 gevaarlijk ogende Australische appels aangeven en uiteindelijk inleveren (als het nou kiwi's waren geweest...). Onderweg praat ze volop over Christchurch, de impact van de aardbevingen, met name op de toeristensector (beroerd) en op de mensen zonder verzekering (beroerder) en over haarfavoriete plekjes op het Zuidereiland (allesbehalve beroerd).
Ze zet ons af bij een familiehostelletje waar een envelop in de voordeur is geprikt met daarin een schatkaart naar onze kamer. Op de tast door de tuin struikelen we bijna over hangmatten, fruitstruiken en een volle waslijn. We slapen als een os en zetten de wekker maar, anders komt het niet goed (onze bioklok loopt 3 uur achter tov hier).
De volgende ochtend halen we een campervannetje op waarmee we in 3 weken rond het Zuidereiland willen toeren. Dit is er weer eentje waarin we kunnen staan (lees: waarin ik langzaam wakker kan worden terwijl Bas aan het voeteinde een ei staat te bakken). Wat een gebrek dat het nog steeds verboden is dat de één rijdt terwijl de ander in bed ligt.
Het centrum van Christchurch doet een beetje spookstad-achtig aan. Het is niet uitgestorven maar grote delen van de stad liggen gewoon nog steeds in puin. Winkels en straten zien er zo uit als toen ze destijds half ingestort achtergelaten werden. De rest van de stad doet daarom extra hard z'n best. Veel winkelruiten melden met grote letters dat zij wél open zijn of waar hun tijdelijk nieuw onderkomen is; in de botanische tuinen wordt druk gepunterd over de Avonriver en treden conferenciers voor honderden toeschouwers op (leuke show overigens). De koppige scheuren in de straten worden steeds opnieuw gevuld. Bij de Bridge of Remembrance, die ook flink beschadigd is, begint Re:Start, een volledig nieuw ingerichte winkelstraat opgebouwd uit kleurrijke containers. Het is een dapper gezicht.
Het rondje
In een relaxed tempo rijden we langs de oostkust naar het Zuiden om via de westkust het rondje omhoog te vervolgen. We rijden langs het appelblauwzeegroene* water van Lake Tekapo en Lake Pukaki waar we blijven slapen. Langs Oamaru waar we met z'n tweeën verstopt op het strand urenlang de komst van de pinguïns afwachten die na zonsondergang één voor één het water uit het strand op komen waggelen (één zo'n pinguïn op het droge komt dan enthousiast naar de thuiszwemmer toegerend, een supergezicht). Langs Dunedin, een studentenstad waar we midden in het centrum overnachten op een parking (gewoon omdat het mag) en langs de prachtige bossen en heuvels van de Caitlins in het Zuiden. Via de indrukwekkende fjorden van Milford Sound en de filmische omgeving van Queenstown en Wanaka weer omhoog. Wat we bij de gletsjers van Fox Glacier en Franz Joseph doen volgt strakjes. Aan de schitterende route van de Westkust liggen de 'Pancake'-rotsen (in de vorm van stapels pannenkoeken) van Punakaki en staan de grappige waaibomen die eruit zien alsof ze continu één kant op worden gewaaid (zonder wind). In het Noorden liggen de tropische stranden van Abel Tasman (waar we willen kajakken maar vanwege de wind gaan hiken in plaats), de wijnvelden van Marlborough en het havenstadje Picton (waar we met z'n tweeën in één damesdouchehokje kruipen op de botenwerf - je moet soms inventief zijn). In Kaikoura slapen we op het strand en zien we ineens dolfijnen het water uit springen, een toetje op de trip.
En deze laatste nacht zit het rondje er alweer op als webij een gezellige boer (die vrouw zoekt) en zijn moeder op het land mogen staan (2 keer vragen, bij de 3e boerderij mag het)
. Deze laatste nacht krijgen we net als de eerste nacht ook weer een aardbeving als toegift. Ik denk even dat Bas het busje doet schudden met z'n gewoel, maar dat doet hij dan toch opvallend bewegingsloos. En die gekke grom klinkt ook een beetje apart. Een aardbeving dus (hokje afgevinkt).Overnachten en ontmoeten
De meeste plekken in NZ hebben Maori-namen zoals Otematata, Waikouaiti, Waianakarua en Kaitangata. Altijd lachen als we de weg vragen hier.
Een mooie bochtrijke tocht door goudkleurige heuvels en uitgestrekte vulkaanstranden brengt ons naar een meertje waar we de eerste avond kamp opslaan. Leuk aan deze camper is dat we 'self-contained' zijn. Dwz dat we ons eigen afvalreservoir etc hebben, dus geen bende maken. Een extraatje van de zaak (na lekker ouderwets onderhandelen). Daardoor mogen we in principe legaal door heel New-Zealand wildkamperen, wat best handig is, want ze zijn hier redelijk streng. En het scheelt veel geld (mag ook wel es, achterlijk duur land... ander onderwerp).
We raken aan de borrel met een knuffelgraag gipsy-stel. Ze hebben een vette bus uit de jaren 70. We praten over grote vraagstukken, over massage (haar vak), juwelen (zijn vak) en over red necks (de rechtse plattelanders met ruige baarden en kale koppen). Gezellig zo'n eerste avondje. Als we zingend terug naar ons busje strompelen zien we in het meer voor ons de zwarte zwanen hun nachtballade wiegen onder een paarszwarte hemel en een volle maan.
De andere nachten slapen we af en toe voor iemands deur of in iemands tuin; iets wat na een praatje wel eens aangeboden wordt en waar we graag op in gaan. Zo komen de gezellige contacten, leuke verhalen en goeie tips.
Eén nachtje slapen we bij een weiland dat eruit ziet als van niemand; helaas iets te dicht bij het toeristische Te Anau in de buurt, waardoor we 's morgens vroeg wakker geklopt worden door een ranger. We komen er met een waarschuwing vanaf, de volgende keer wordt het dokken. Nu zoeken we dus als we niet zeker zijn van de locale regels voor de zekerheid plekjes die vanaf de weg niet te zien zijn. Wat kan betekenen dat we midden in de nacht toch een klein stukje verkassen omdat die middeleeuwse spoorweg waar we tegenaan staan 's nachts in gebruik blijkt (we zaten toch even zenuwachtig te kijken toen ineens midden in de nacht van die felle koplampen ons busje in kwamen rijden... de ramen trilden er zowat uit). De volgende avond kamperen we maar weer lekker aan zee, met in de wijde omgeving geen kip te bekennen. Wel weer zo'n kiwi-rail iets verderop trouwens....
We slaan groenten, fruit en eieren in bij 'fresh veges & fruit' kruiwagentjes langs de weg. Zo ontmoeten we Barbara, een hillbilly van een jaar of 50. Haar fotogeniek terrein vraagt om een gesprekje. Er staan tientallen oldtimer trucks gestald; sommige worden nog opgeknapt, andere zijn één aan het worden met de natuur (wat redelijk onmogelijk is maar hoe noem je het anders als er planten door de chauffeursstoel groeien). Ze showt ons nieuwsgierige reizigers trots rond terwijl een gigantisch paard met een ongepast kinderachtige naam (die ben ik alweer kwijt) er nieuwsgierig bij komt staan. Onze camera's staan op springen met al dat roestwerk om ons heen. Heerlijk zo'n giga-privémuseum, Man bijt hond kan hier z'n hart ophalen.
Sommige uitzichten vergeten we nooit meer. Zo staan we in Taieri Mouth in de tuin van een gastvrij ouder koppel. Door de voorruit zien we de zon zakken in een lagoon die fel oranje en paars wordt, terwijl we door de achterruit over de South Pacific Ocean kijken.
Bas heeft een hele zooi films gekopieerd van Hanna, de logee die we in Ozzie hebben ontmoet. Laten we nou net zin hebben in The curious case of Benjamin Button. Ineens lijkt het net thuis, en dan met een minibar en een watertap in de slaapkamer. Maar dat is gelukkig snel over, als ik m'n haren weer was in de toiletten van de bieb, als we ons wassen in het koude riviertje in Nowhere of als we erover dobbelen of het laatste beetje water aan koffie opgaat of aan tandenpoetsen.
De kaarsjes branden en het ruikt naar lekkere hapjes in het campertje van Fanny en Johan, aan een meertje in Wanaka. Er hangen slingers en vlaggetjes en de muziek staat aan. We hebben allemaal wat lekkers gekookt en zitten nu lekker smullend bij te kleppen.
We lagen in een deuk toen we elkaar vanmiddag zagen. Fanny hebben we in Zuidwest-Australië ontmoet en weken later kwamen we elkaar op één of andere parkeerplaats duizenden km verderop ineens weer tegen. Je zult onze lachwekkende reacties begrijpen toen we elkaar ineens in Wanaka weer tegen 't lijf liepen. Ook al waren we bezig met regelen elkaar ergens te treffen, dit was genoeg reden voor veel plezier.
En nu staan we met 2 busjes tegen elkaar op een campground aan het water. Er staan meer sterren aan de hemel dan we ooit eerder gezien hebben. Een clubje eenden (waarvan één zonder zwemvliezen, we gokken erop dat moeders het met een haan heeft gedaan) komt ons eten jatten, terwijl we eindeloze verhalen uitwisselen. We kunnen er niet over uit, wat een geinig toeval.
Onderweggetjes
In de leegte van de mist doemen langs het strand de Moeraki boulders op. Deze miljoenen jaren oude stenen in de vorm van reuzeschildpadden (ik vertik hier de nieuwe spelling aan te nemen, die 'n' vind ik er niet tussen kunnen) liggen verspreid aan en in zee. Erg verleidelijk om je eigen schildpad te maken.
Bij Otago Peninsula zien we op het strand een clubje zeeleeuwen liggen. Ze liggen voor pampus dus we kunnen er stil naar toe sluipen. Boven ons zien we de ongelooflijke spanwijdte van de kolonie albatrossen die hier leeft. Ik sluip op één van de comateuze zeeleeuwen af zodat Bas er een foto van kan maken. Ik wil niet overdrijven maar hij is best kolossaal. Hij heeft erg veel vliegen bij zich dus ik check wat dichterbij. 'Hij is dood,' concludeer ik redelijk luidruchtig. Op dat moment draait de reus zich om. Ik doe een steen na (hij kan sneller rennen dan ik heb ik gehoord). Hij rekt zich uit nestelt zich een diepere kuil en pit lekker verder.
Bij Milford Sounds lopen we bij de botenkantoortjes langs om korting te bietsen (wat aan de reacties te merken niet zo gebruikelijk is). Een kwartiertje later staan we tevreden voor een matsprijsje voorop de boot die door de prachtige fjorden vaart (misverstand: de ontdekkers dachten dat het sounds waren - vandaar de naam Milford Sounds - maar het zijn fjorden, dat je het maar weet...). Onderweg varen we onder Bowen falls, een waterval van 165 meter (of iedereen nat werd? Ja!), langs zeehondenkolonies en langs indrukwekkend mooie kliffen, tot we op open zee zitten, dan keren we om.
Lord of the Rings...
Vanuit het gezellige Queenstown rijden we een spectaculaire bergroute naar Glenorchy. Ik denk dat deze route de mooiste is die we tot nu toe hebben gereden. Later horen we dat het een geliefde weg is voor reclamespots, begrijpelijk. Ergens halverwege wanen we ons ineens in Middle Earth, we missen alleen de hobbits. De hele verdere omgeving is een constante van Lord of the Rings views! Grasheuvels met kleine stroompjes tussendoor, koeien, schapen met volle koppen en paarden; een spiegelglad meer en dan ineens, een volmaakte stilte.
Het heet hier Paradise, en dat klopt. The Hobbit is een paar maanden geleden precies op deze plek opgenomen. Er worden hier vaker films opgenomen, deze omgeving is geliefd bij menig regisseur vanwege de mosrijke natuurvormen en de speciale zonlichtinvallen. We komen iemand tegen (!) en vragen of hij meer 'film'-plekken weet. Hij adviseert ons het bos in te lopen. Daar ademt het één en al mystieke sfeer. De bomen lijken elk moment te kunnen wandelen en sprookjesachtige vogeltjes volgen ons nieuwsgierig op de voet, heel bijzonder. Je zou toch verwachten dat heel backpackerland hier rondzwerft? Maar er is dus niemand. Nog geen hobbit.
Skydiven!
In Fox Glacier zien we de eerste gletsjers. De verse ochtendzon speelt met de enorme kliffen en hun schaduwen. IJsblauw water stroomt langs het paadje de bergen af en vormt een bijzonder gekleurd riviertje. Aan de voet van de Fox Glacier is de enorme sneeuwmassa te zien. De gletsjer verplaatst zich elke dag met meer dan anderhalve meter. We worden gewaarschuwd voor neervallende rotsen, ijsblokken ter grootte van ons busje en plotse overstromingen, wat in behoorlijk contrast staat met de indrukwekkende stilte hier.
De lucht is helderblauw en ik vraag me af wat de mensen zien in het kleine vliegtuigje dat deze ochtend vroeg hier boven de bergen vliegt. Als Bas terugkomt van een wandeling stel ik voor langs het skydive center te rijden. Hij heeft gek genoeg wat gemengde gevoelens bij het idee uit een vliegtuig te springen, maar wil best effe buurten. Twintig minuten later stappen we met 2 enthousiaste divemasters in een jumpsuit en in een vliegtuigje. Bas ziet er voortreffelijk uit (vooral voor iemand die op dit tijdstip van de ochtend gedacht had op een bankje te zitten met een lekker bakkie koffie).
Het uitzicht vanuit de lucht is onmogelijk mooi; we zien de grijs-witte ruwe lijnen van de hoogste bergen en de grootste gletsjers van NZ, we kijken uit over de Tasman Sea en over de meren en weilanden daar tussenin. Wat een spectaculair uitzicht! Dus dÃt zien die mensen. Mark, mijn divemaster, toetert regelmatig wat info in mijn oor, hij wil er zeker van zijn dat ik snap wat er gebeurt. Een cameraatje vraagt naar mijn laatste woorden. In een helder moment bedenk ik dat ik mijn duik wil opdragen, aan mijn vader. Omdat ikdenk dat hij zo'n duik ook nog wel een keer wil maken (daar ga je Pappa!)
En dan ineens schuift Dreadlock (Bas z'n cameraman) het deurtje naast ons open. Een tiende seconde denk ik: is ie nou helemaal gek geworden?! Maar dan zie ik Bas en zijn springpartner naar het open schuifluik klimmen. We werpen elkaar een rijtje kusjes toe... en weg zijn ze. De diepte in, de hoogte uit.
Mijn beurt. Een moment waar ik sinds ik laatst een soortgelijk filmpje van iemand onderweg zag steeds aan moet denken voor ik in slaap val. Dat randje van het vliegtuig, dat moment waarop je nog even: 'Wacht, momentje, weet je ik tel wel, oké? Is er eigenlijk een toilet aan boord...' kan roepen. Maar dat doe je uiteraard niet. Je zwaait even naar het cameraatje, kijkt 4 km naar beneden en springt. Om met 200 km per uur naar beneden te vallen, 45 seconden lang (of kort voor de genieters, en eerlijk: ik ben er één van). Iemand zei dat het niet mogelijk was om dat gevoel over te brengen aan iemand die niet gesprongen heeft. Dat klopt.
Het enige wat ik kan bedenken is: vallen zonder het vallen zelf. Met eindeloos mooie bergen beneden je. De tijd lijkt stil te staan want normaal val je met een redelijk snel einde, nu val je gewoon met meer tijd. Je hebt de tijd om om je heen te kijken, te zwaaien naar een camera, te roepen naar die gast achter je dat hij een asociaal gave baanheeft en vooral om iets te voelen wat je nog nooit eerder hebt gevoeld. Ook niet op de achtbaan.
Mark tikt op mijn schouder. Dat betekent dat we gaan kijken of de parachute het doet. Hij vouwt open (en ik dubbel) en het geluid dat eerder tijdens het vallen weg was is nu weer terug, en wel in alle rust (klinkt dat gek?). De laatste anderhalve km zweven we in pure rust rond om alles nog een keer goed te bekijken. Dus de linkerberg is Fox Glacier, die andere is Mt Cook en daar is Lake Matthew die bekend staat om z'n mooie weerspiegeling. Ik krijg de touwtjes en mag zelf sturen. Als ik alleen rechts naar beneden trek dan tollen we heel hard rondjes naar beneden (kijk dat is nou wel een achtbaan-gevoel in je buik, maar dan zonder stoel onder je kont en zonder grond onder je voeten). Trek ik ze allebei aan, dan remmen we bijna tot stilstand. Zo voelt dus een veertje zich. Ik zie Bas wat verderop zweven. Dit gevoel is pure gelukzaligheid.
Die avond vinden we een grote kei met het juiste stukje tekst in iemands handschrift aan de kant van de weg:
But let me stay here.
Wat opvalt
Er is weinig industrie op het Zuidereiland, het Noordereiland loopt duidelijk voor (zegt men). Dat wordt hier in het Zuiden weer beloond in de charme van de ongerepte natuur en van de towns waar de tijd decennia lang lijkt te hebben stilgestaan. Met van die veranda's met schommelstoelen en hangbanken, waarvan je je afvraagt waarom je zulke zwijmelhuizen nou nooit thuis tegenkomt.
Dat veel mensen graag op blote voeten door het leven gaan, was ons in Australië ook al opgevallen. Dat is hier niet minder. Lekker door de regen, in de winkel, door de stad, achter het stuur, in de bus. Gewoon weg met die slippers. Eén met de aarde, één met het asfalt (of word ik nou te zweverig?) Een vrolijke gewoonte in elk geval, als je het mij vraagt.
Nog een leuke gewoonte: de kiwi-uitspraak. In NZ worden de 'e' en de 'i' omgewisseld. Friends wordt frinds, left lift, sex six en ga zo maar door. Omgekeerd: six wordt dus sex (en dat hoor je ineens best vaak op een dag) maar fish 'n chips wordt dan weer fush 'n chups. We nemen de uitspraken beleefdheidshalve maar een beetje over. Ze hebben hier wel meer grappige gewoontes. Zoals een bordje '100' plaatsen vlak voor een serie haarspeldbochten. En zoals de borden 'fire danger rate today' die je overal langs de weg ziet staan op het allerlaatste streepje van 'extreme danger' te zetten. Terwijl het met bakken naar beneden giet.
Een mysterie dat ik nog hoop opgelost te krijgen, is waarom we nergens mieren tegen komen. Ze zijn er gewoon niet. Als ik mensen ernaar vraag, zeggen ze simpelweg: die hebben we hier niet. We hebben er naar gezocht maar er werkelijk niet één gevonden. Zodra we het antwoord hebben, krijgen jullie het ook.
En toen...
...was het wachten geblazen. Op de (meest oncomfortabele, langstdurende, voedselloze maarrrr... lekker goedkope) martelvlucht die ons naar Bangkok brengt vannacht. Daar plannen we
een maandje rond te reizen en eind maart vertrekken we naar Phnom Penh, Cambodja.
Met een uitnodiging bij een producent in Hollywood op zak (da's het leuke van praatjes slaan
), met 2 koppen vol haar die bijna allebei in een staartje kunnen en met een hulpbehoevende verzameling foto's... verruilen we Oceanië voor Zuidoost-Azië.E noho ra! (Maori voor tot ziens)
* [appelblauwzeegroen], dit is vast weer zo'n woordje dat alleen in België bestaat en nu ik erover nadenk heeft iemand blauw en groen omgewisseld;
→ zie het als een mix van smurfblauw en limoengroen, die kleur moet het ongeveer zijn.
Reacties
Reacties
Wow, wat een avontuur. Mooi beeldend geschreven. Leuk om te lezen, zelf ook in NZ geweest, 5 weken! hadden we ook wel nodig. Denken we nog altijd met veel plezier aan terug. Grappig hè, dat ze daar op blote voeten lopen (de meesten hebben van die dikke eeltzolen). Die schonen straten zijn ons ook opgevallen. Heerlijk fish & chips eten mmmm... Veel geluk op jullie volgende reis!!!
We reizen, skydiven en wildkamperen met jullie mee. Van het gigantiese Australie naar het paradijselijke kiwieiland. Dat jullie daar geen mierenplaag gehad hebben, verbaast me niets. Gemier hebben we alleen hier. Maar je zult je scha ruim inhalen in Cambodja.
Pas goed op je en elkaars gezondheid.
P.S. Wanneer komt je eerste boek uit ?
Hoi Miiram en Bas
Het is nu precies een jaar geleden dat ik 6 weken heb rondgefietst op het Zuidereiland en wel dezelfde route welke jullie nu per camper hebben gedaan.
De, zoals altijd weer, zeer heldere beschrijvingen van de plaatsjes en streken die jullie hebben aangedaan komen mij danook zeer bekend voor.
De bergen zoals bij o.a. Fox Glacier en Franz Joseph heb ik dan wel per fiets bedwongen echter dit valt geheel in het niet bij het skydiven wat jullie 'daredevils' hebben gedaan, erg cool en ben danook erg benieuwd naar de camerabeelden!
Gelukkig hebben jullie geen 'last' gehad van flinke aardbevingen maar wel een beetje in kunnen leven wat het moet zijn voor de 'Christchurchers' om hiermee 'dag in dag uit' te moeten leven en waarbij je ook met eigen ogen de trieste gevolgen heb kunnen zien van de zware aardbeving welke een jaar heeft plaatsgevonden in Christchurch [5 minuten nadat ik was opgestegen vanaf het vliegveld in Christchurch, lucky me!!]. Ja het Zuidereiland en dan met name het middengedeelte is echt 'Dukes of Hazzard' country met, zoals je al treffend beschrijft, "veranda's met schommelstoelen en hangbanken" en Hillybillys everywhere en allemaal even hartelijk en behulpzaam, zoals jullie hebben ondervonden.
Nu weer terug naar Zuidoost-Azië, waarbij ik nu al uitkijk naar jullie verhalen over de avonturen welke jullie allemaal mogen beleven in Thailand en Cambodja ... en misschien kom je Fanny daar ook weer tegen!!
Jullie gaan al die neefjes en nichtjes tijdens de logeerpartijtjes sprakeloos laten luisteren naar jullie avontuurlijke verhalen. Alleen nog een kampvuur in de tuin nodig!
Hey superzichzelfverwennendeuitdewestersedruktegevluchteonderstebovengevallenen, 't gaat jullie supergoed daar lees ik. Jullie zijn toen naar boven gevallen in de lucht, onze richting uit, gelukkig is dat niet door gegaan. Mierenmysterie opgelost: er waren mieren én bruine beren. Die vraten alle mieren op. Zijn dan van honger omgekomen, want geen mieren meer. En andere mieren konden niet zo ver in zout water zwemmen tot NZ. Mysterie opgelost dus! Nieuw en onrustwekkender mysterie: waarom geen ijsberen gezien, zelfs niet op de gletsjers ? Nochtans kunnen die wèl zo ver zwemmen in zee. Papaton heeft gelijk: je bènt al schrijfster. Erfelijk belast van beide ouders natuurlijk. En voor Belgen is appelblauwzeegroen zo logisch als wat: appel-blauwzee(achtig)-groen. Dat jullie zo ver moeten reizen om achter al die antwoorden te komen op zoveel levensvragen zeg ... . Zorg goed voor elkaar hé maatjes. Zegen en liefs van de spitsbroer van Papaton, dus van Nonkel Willy.
De beloofde reactie van ons twee,nu weer thuis in NL. We hadden een leuke ontmoeting bovenop Mt.Iron bij Wanaka vorige maand. We vonden jullie én jullie verhalen leuk en hadden best wat langer willen praten. Zoals we al in meer reacties lezen, je schrijft erg origineel,'n plezier om te lezen! Wij hebben nog prachtige dagen gehad,in Doubtful Sound,Dunedin,Christchurch en Mt.Cook.Wensen jullie nog veel reisplezier,groeten Anneke en Carool. ( Vorden en Nunspeet )
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}